vrijdag 4 mei 2012

francis

'Francis, je vader hier. Ja, het is nu acht uur, schat ik, tien over acht. Ik heb nog niets van je gehoord. Laat even weten waar je zit. Het is prima als je niet naar huis komt, maar ik wil niet dat je over straat gaat lopen zwalken. Ik ben nu niet thuis, maar laat even weten waar je bent, bij wie je slaapt. Oké? Dag.'

'Ja met mij. Heb jij het laatste uur, drie kwartier iets van Francis gehoord? Ja, ik weet niet waar hij zit. Ik wil gewoon weten waar hij uithangt. Hij moet niet over straat gaan zwalken natuurlijk. Ja, die kan ik wel even proberen. Anders kan ik met een kwartier thuis zijn. Ja, doe ik.'

'Dag Okker, met Rob Nooteboom, de vader van Francis. Die knuppel heeft zijn telefoon niet aanstaan. Is hij bij jou? Geef hem even alsjeblieft.'

'Je hebt je telefoon niet aanstaan. Dat is de laatste keer. Ik wil niet… Ja: ‘man’? Ik ben papa. Ik wil gewoon weten waar je uithangt. Blijf je daar slapen? Oké. Maar morgen kom je na werk bij papa, je eet bij papa en je slaapt bij papa. Ja? Goed, schat. Veel plezier vanavond. Gedraag je he? Dag lieverd.'